Klinkt als: Catchy popsongs in de stijl van Bruce Springsteen en The War on Drugs
Ook interessant:
Zaterdag 31 maart: Joan Osborne (USA)
Zondag 15 april: Kajuit Sessies – Matthew Crosby (USA)
Elke laatste zondag van de maand kun je in café de Eetalage terecht voor de beste live-muziek, een lekker biertje en een borrelhapje. De toegang is 2,50 euro en je krijgt er ook nog een lekkere consumptie bij.
Zondag 25 maart brengt Electric Company catchy popsongs in de stijl van Bruce Springsteen en The War on Drugs.
Ontelbare genres vallen onder de noemer ‘popmuziek’. Maar laten we eens het woordje ‘pop’ uit die samenstelling nader analyseren. Popliedjes zijn kort, simpel, melodieus, meezingbaar en vaak ook dansbaar. We staan open voor elke andere definitie, maar gaan even van bovenstaande uit. Electric Company is er in ieder geval mee omschreven.
De band rond Zac Chapman – geboren in Nottingham, getogen in Nederland – is pure pop. Je zingt hun ‘colossal tunes’ meteen mee. Pop is ook van alle tijden. Elke zoveel jaar ‘popt’ het ineens weer op. In de sixties, in de punktijd rond 1977, in de nineties met Britpop en in de noughties dankzij de generatie van Arctic Monkeys. Je zou haast denken dat het weer eens tijd is. Electric Company heeft een pool aan catchy popsongs klaarliggen, allemaal geschreven door Zac, een heel enkel keertje geholpen door zijn bandmaten. ‘Ik heb eigenlijk nooit de ambitie gehad om pop te maken, maar dat is wel hoe ik me ontwikkeld heb,’ zegt Zac vol zelfkennis. ‘Het gaat allemaal op m’n gehoor. Het moet lekker klinken. Dat kan voor een breed publiek zijn. Maar het hoeft niet per se in een bepaalde stijl te zijn. Ik maak graag mijn eigen ding van mijn invloeden. Harmonies zijn wel belangrijk voor me. Die moeten echt goed zijn.’
Luister naar tracks als Another Plan, No Love Lost, Mathilda, Just for Today en Uncharted Territory, allemaal mooie voorbeelden van kraakheldere popliedjes. Er zit diezelfde sprankeling in die The La’s rond 1990 zo genietbaar maakten. ‘De crystal clear sound van de band moet haast wel als je nummers in zoveel lagen opneemt,’ verduidelijkt Zac. ‘Ik ben zo blij met de mix van Thijs van der Klugt (Sue The Night, Baskerville). Hij heeft het met smaak gedaan zodat alle lagen er goed uitkomen.’ Dat geluid is niet te schoon, oordeelt hij heel beslist. ‘Er zit al genoeg pijn in de songs.’ Hij roemt ook singersongwriter Kim Janssen voor de elegante strijkersarrangementen en voor diens tip om met cellist Jonas Pap en de violistes Ranu Kumar en Marthe Lasthuis in zee te gaan. Zij tillen het geheel naar een onmiskenbaar hoger plan.
Over de teksten heeft hij ook nog het een en ander te vertellen. The Boss is leidend hierin: ‘Het gaat erom dat de luisteraar je gelooft. Springsteen kan dat als geen ander. Hij is one of us. Hij heeft dezelfde dagelijkse struggles zoals wij. Dat spreekt het publiek aan. Daar kan het wat mee. Bij een goede popsong maakt het niet uit of hij 30 of 40 jaar geleden is geschreven. Als je het gevoel erachter herkent, wordt zo’n nummer tijdloos.’
Bij Electric Company zweven de liedjes tussen sixties en indiepop in, het absolute summum van tijdloosheid. De voorbije tour met de Australische DMA’s past daar naadloos bij. Zijn eigen teksten verklaren, acht hij zinloos. ‘Waarom zou ik dat doen? Het liedje vertelt zelf al het verhaal. Luister zelf maar en doe je eigen ontdekkingen.’ Daar krijgen we de komende maanden met zo nu en dan een nieuwe online track release volop de tijd voor.